De CSRD gaat uit van het zogenaamde dubbele materialiteitsprincipe. Volgens dit principe worden belangrijke thema’s en onderwerpen aan twee kanten belicht: enerzijds de duurzaamheidsgerelateerde risico’s en kansen die van buitenaf op de organisatie afkomen (outside-in), en anderzijds de impact van de organisatie op mens en milieu (inside-out).
Met andere woorden: organisaties moeten twee perspectieven overwegen, namelijk:
- Welke impact hebben externe ontwikkelingen op hun bedrijfsvoering?
- Welke impact hebben organisaties/ heeft de bedrijfsvoering op mens en milieu?
Een duurzaamheidsonderwerp voldoet aan de criteria van dubbele materialiteit als het materieel is vanuit het impactperspectief of vanuit het financiële perspectief of vanuit beide perspectieven.
Impactperspectief
Vanuit het impactperspectief wordt een thema beoordeeld als materieel wanneer: het op korte, middellange of lange termijn een positieve of negatieve invloed heeft op mens en milieu.
Financiële perspectief
Het financiële perspectief omvat risico’s en kansen die een relevante invloed kunnen hebben op de financiële ontwikkeling, prestaties, kosten, positie en financieringsmogelijkheden van de organisatie. De prioritering en classificering van financieel materiële duurzaamheidsaspecten worden bepaald op basis van de waarschijnlijkheid en omvang van de risico’s en kansen.
Bij het bepalen van materiële duurzaamheidsthema’s worden stakeholders betrokken. Dit zijn bijvoorbeeld klanten, leveranciers, medewerkers, financiers en de maatschappij. Zij helpen scherp te krijgen welke thema’s belangrijk zijn voor uw organisatie. De resultaten van de analyse kunnen worden vak weergegeven in een materialiteitsmatrix, al zijn er geen voorschriften voor de wijze waarop de materialiteitsanalyse eruit moet zien.