Na enkele malen uitstel is dan nu eindelijk per 1 januari 2024 de Omgevingswet ingevoerd. In totaal zijn 26 wetten overgegaan in 1 Omgevingswet, 75 ministeriële regelingen naar 1 Omgevingsregeling en 60 Algemene Maatregelen van Bestuur zijn er 4 geworden. Het begrip ‘Inrichting’ heeft plaatsgemaakt voor ‘mba’ (milieubelastende activiteiten). In het verleden had men te maken met verschillende digitale systemen voor het aanvragen van een vergunning, dat is nu gereduceerd tot 1 systeem: Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Door de komst van de Omgevingswet wijzigt de wet- en regelgeving waaraan bedrijven moeten voldoen ingrijpend. Had men in het verleden te maken met het bestemmingsplan, het Bouwbesluit of het Activiteitenbesluit, nu krijgt men te maken met een Omgevingsplan, het Besluit bouwwerken leefomgeving en een Besluit activiteiten leefomgeving. Daarnaast vormt participatie binnen de Omgevingswet een verplicht onderdeel bij te nemen besluiten, waaronder ook vergunningaanvragen. Dit ‘actief betrekken’ van stakeholders heeft als doel meer draagkracht en begrip te creëren voor ontwikkelingen en een sneller en breed gedragen besluitvormingsproces te bevorderen.
Belangrijk verschil is dat veel besluiten voortaan door de gemeente genomen zullen worden en niet meer door het rijk. Hiertoe stellen alle gemeenten een Omgevingsplan op. Nog niet elke gemeente is hierin even ver gevorderd. In de tijd tussen de inwerkingtreding van de Omgevingswet en het moment dat een gemeente een omgevingsplan vaststelt, geldt de zogenaamde bruidsschat. Dit is een tijdelijke voorziening die voorkomt dat huidige regels vervallen voordat de gemeente vergelijkbare of vervangende regels stelt in het omgevingsplan. Regels uit de bruidsschat gaan o.a. over lozingen, emissies van geluid, geur en trillingen.