Op 1 juli 2015 begon het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Tijdens dit programma gingen activiteiten met weinig stikstofneerslag onder voorwaarden door. Dit kon met een melding onder de Wet natuurbescherming (Wnb). Het programma was bedoeld om toestemming te geven voor activiteiten die stikstofneerslag veroorzaakten. En om de lasten van de initiatiefnemers van deze activiteiten te verlichten. 

Op 29 mei 2019 oordeelde de Raad van State (RvS) dat het PAS in strijd was met de Europese Habitatrichtlijn. De Europese Unie maakte de habitatrichtlijn om de biologische biodiversiteit in Europa te beschermen. De RvS oordeelde dat het voor projecten die stikstofneerslag veroorzaken, verplicht is om een vergunning aan te vragen.  Deze verplichting is vastgelegd in de Wet natuurbescherming (Wnb). Hierdoor is het voor projecten waarvoor onder het PAS geen vergunning nodig was, toch een vergunning nodig. In februari 2022 is uiteindelijk een legalisatieregeling voor de PAS-melders opgesteld. Hierin staat welke maatregelen er genomen worden om stikstofruimte voor PAS-meldingen vrij te maken.

Destijds waren er echter ook bedrijven die onder de stikstofnorm voor het doen van een PAS melding bleven. Deze bedrijven hebben weliswaar wel een AERIUS berekening uitgevoerd, maar geen PAS melding gedaan, aangezien dat volgens de voorwaarden voor het doen van een PAS melding niet mogelijk was. Helaas komen deze bedrijven nu niet in aanmerking voor het legalisatieprogramma van de overheid, ook niet met de uitgevoerde AERIUS berekening als “bewijsmateriaal”.